Ruth 4:11

ABEn zij spraken, al het volk dat in de poort was en de oudsten: "Wij zijn getuigen, moge de HEER deze vrouw die in je huis komt als Rachel en als Lea maken, die beiden het huis van Israël hebben gebouwd. Handel daadkrachtig in Efratha en maak [je] naam beroemd in Bethlehem.
SVEn al het volk, dat in de poort was, mitsgaders de oudsten zeiden: Wij zijn getuigen; de HEERE make deze vrouw, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van Israel gebouwd hebben; en handel kloekelijk in Efratha, en maak [uw] naam vermaard in Bethlehem!
WLCוַיֹּ֨אמְר֜וּ כָּל־הָעָ֧ם אֲשֶׁר־בַּשַּׁ֛עַר וְהַזְּקֵנִ֖ים עֵדִ֑ים יִתֵּן֩ יְהוָ֨ה אֶֽת־הָאִשָּׁ֜ה הַבָּאָ֣ה אֶל־בֵּיתֶ֗ךָ כְּרָחֵ֤ל ׀ וּכְלֵאָה֙ אֲשֶׁ֨ר בָּנ֤וּ שְׁתֵּיהֶם֙ אֶת־בֵּ֣ית יִשְׂרָאֵ֔ל וַעֲשֵׂה־חַ֣יִל בְּאֶפְרָ֔תָה וּקְרָא־שֵׁ֖ם בְּבֵ֥ית לָֽחֶם׃
Trans.wayyō’mərû kāl-hā‘ām ’ăšer-bašša‘ar wəhazzəqēnîm ‘ēḏîm yitēn JHWH ’eṯ-hā’iššâ habā’â ’el-bêṯeḵā kərāḥēl| ûḵəlē’â ’ăšer bānû šətêhem ’eṯ-bêṯ yiśərā’ēl wa‘ăśēh-ḥayil bə’efərāṯâ ûqərā’-šēm bəḇêṯ lāḥem:

Algemeen

Zie ook: Bethlehem (in Juda), Efrath, Lea, Rachel
Genesis 29:32, Genesis 30:24, Genesis 30:25, Genesis 35:17, Genesis 35:18

Aantekeningen

En al het volk, dat in de poort was, mitsgaders de oudsten zeiden: Wij zijn getuigen; de HEERE make deze vrouw, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van Israël gebouwd hebben; en handel kloekelijk in Efratha, en maak [uw] naam vermaard in Bethlehem!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

en

יֹּ֨אמְר֜וּ

zeiden

כָּל־

al

הָ

het

עָ֧ם

volk

אֲשֶׁר־

dat

בַּ

in

שַּׁ֛עַר

de poort

וְ

mitsgaders

הַ

de

זְּקֵנִ֖ים

oudsten

עֵדִ֑ים

Wij zijn getuigen

יִתֵּן֩

make

יְהוָ֨ה

de HEERE

אֶֽת־

-

הָ

-

אִשָּׁ֜ה

deze vrouw

הַ

-

בָּאָ֣ה

komt

אֶל־

die in

בֵּיתֶ֗ךָ

uw huis

כְּ

als

רָחֵ֤ל׀

Rachel

וּ

en

כְ

als

לֵאָה֙

Lea

אֲשֶׁ֨ר

die

בָּנ֤וּ

gebouwd hebben

שְׁתֵּיהֶם֙

beiden

אֶת־

-

בֵּ֣ית

het huis

יִשְׂרָאֵ֔ל

van Israël

וַ

en

עֲשֵׂה־

handel

חַ֣יִל

kloekelijk

בְּ

in

אֶפְרָ֔תָה

Efratha

וּ

en

קְרָא־

vermaard

שֵׁ֖ם

maak naam

בְּ

in

בֵ֥ית לָֽחֶם

Bethlehem


En al het volk, dat in de poort was, mitsgaders de oudsten zeiden: Wij zijn getuigen; de HEERE make deze vrouw, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van Israël gebouwd hebben; en handel kloekelijk in Efratha, en maak [uw] naam vermaard in Bethlehem!

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!